Jean-Marie wou niet naar het leger en deed in de plaats
daarvan 2 jaar burgerdienst in Congo. Ze trouwden in 1970 en
vertrokken vrijwel onmiddellijk. Ze verbleven in een
Belgische missie in de brousse. Er werd veel over en weer
geschreven, maar een brief was ongeveer 6 weken onderweg.
In februari 1972 kreeg ons
moeder een hersenbloeding en wij, op het thuisfront, wilden
Jean-Marie thuis. We telefoneerden naar een missie in
Kinsjasa, in de hoop dat de boodschap hem spoedig zou
bereiken. En we stuurden ook een telegram, want volgens de
dokters in het UZ zou ons moeder het niet halen. Maar op dag
3 ontwaakte ze uit haar coma. Er werd een operatie
voorgesteld voor een aneurysma op de slagader. Die operatie
werd met succes uitgevoerd. Ondertussen nog steeds geen
nieuws uit Congo.
In de zomer van 72 kwamen
Jean-Marie en Monique naar huis. Een busje van de firma De
Mulder (onze buren) werd ter beschikking gesteld om met
familie en vrienden naar Zaventem te kunnen rijden. De
(jonge) mannen zijn die nacht niet gaan slapen, de vrouwen
eventjes, omdat het hen niet lukte om wakker te blijven.
's Anderendaags was het feest en
dat werd buiten gevierd, want het was aangenaam zomerweer.
Jean-Marie had als "welkomstgeschenk" een fles whisky van
Johny Walker gekregen. Alleen was die whisky door Paul, mijn
man, en onze Paul bereid. In de fles was water met een klein
beetje koffie. Je kon het verschil met de echte whisky niet
zien. Na de koffie werd aan Jean-Marie gevraagd om te
trakteren. De daders wachtten vol spanning op de reactie.
Willy Van Gysegem fronste de wenkbrauwen en keek ons
onderzoekend aan. Maar bompa zei: "Geef ons nog enen!!!" Pas
toen vertelden we wat er aan de hand was met de whisky..
|