home

stamboom De Bosscher

stamboom Bossaer

stamboom André
 



  
feiten en fratsen  

terug naar pagina André
 

 

Hitler dee zijn veirken duud...

  • Meetje Maria en mijn moeder hadden hun handen vol om iedereen in het café te bedienen. Er zaten ook Duitsers, want die hadden hun intrek genomen in het huis van meetje Maria en peetje Karel. Daardoor werd het huis af en toe beschoten, zodat het hele gezin na een tijdje verhuisde naar de thuis van meetje Maria, bij tante Gusta en tante Pauline. Nonkel André, een jaar of 15/16 (?), kon het niet laten een spotliedje over Hitler te zingen.

Hitler dee zijn veirken duud
Chamberlin die kreeg ne puut
en Daladier, die kreeg het stertsjen mee.

  • De Duitsers genoten er zichtbaar van. Ze namen hem op hun schouders en liepen met hem tot het einde van "de lochting". De Belgen in het café lachten mee, al was het maar om hem niet te verraden. Meetje Maria en mijn moeder stonden te trillen op hun benen, want de Duitsers lieten hem het liedje nog een aantal keer herhalen.

Verse radijsjes

  • De eerste radijsjes uit de lochting waren net geoogst en werden in de kortste keren verorberd door de aanwezigen bij meetje Maria en peetje Karel. Ook nonkel André was dol op radijsjes, maar hij was helaas afwezig bij de eerste pluk en hij vond het vreselijk dat ze hem geen enkel radijsje overgelaten hadden. Om zijn ongenoegen te uiten spurtte hij tot achter in de lochting en riep voor de hele buurt:

"Menschen, ik wur hier tekurt gedoin!

De jongen en de pomp

  • 't Was kermis in Vurste en nonkel André en tante Marguerite waren door mijn moeder uitgenodigd. In de namiddag wipte het hele gezelschap even binnen in het café dat Bonneke en Bompa verhuurden. De uitbaters hadden zelf ook familie op bezoek en ze deden hun beklag over een jongen die op de binnenkoer de hele tijd water aan het pompen was en ondanks de vele aanmaningen van geen ophouden wist. Nonkel André ging in het deurgat staan, voeten over elkaar en armen gekruist. Hij zei geen woord, maar keek de jongen doordringend aan. Die begon trager en trager te pompen en zette het plots op een lopen richting stallen. Hij bleef er de ganse namiddag en toen hij 's avonds weer wat vervelend begon te doen, kreeg hij te horen: "Jamaar, zullen we die meneer nog eens gaan halen?" Naar het schijnt heeft dat dreigement nog een hele tijd gewerkt...

Piet ge meug nie
 
  • 't Was het plechtig communiefeest in Vurste van mijn beide broers. Ook nonkel André was met zijn gezin aanwezig. Piet gedroeg zich een beetje vervelend en de berispingen van tante Marguerite mochten niet baten. Nonkel André zat te kaarten toen tante Marguerite hem op de hoogte bracht en vroeg: André, zegt gij nu ook eens iets. Waarop nonkel André: Piet, ge meug nie. En hij kaartte verder. Het was diezelfde avond dat hij mij als 16-jarige, in aanwezigheid van mijn ouders, leerde hoe ik een sigaret moest roken.

De lustige boer
 
  • In de Cirkel in Wetteren (later het Forum), naast tante Martha, werd de operette "De lustige boer" van Leo Fall opgevoerd. Nonkel André speelde de hoofdrol en ik herinner mij dat ik daar tijdens de pauze mijn allereerste frisco (van Artic) gegeten heb, een traktatie van tante Martha. Er is wat afgesnotterd tijdens die operette, want het ging over een arme boer die zich te pletter werkte om zijn zoon te laten studeren, en hoe diezelfde zoon zich later schaamde voor zijn afkomst. Vooral het lied "Ieder, ieder huisje, ja dat heeft zijn kruisje..." deed de tranen vloeien. Er stond veel volk op de scene, waaronder ook de burgemeester van het dorp waar alles zich afspeelde. En terwijl nonkel André de zaal meevoerde in droefenis, trok die burgemeester alle aandacht naar zich toe door groteske beschuldigende gebaren naar de zoon van de boer te maken, waardoor er door de tranen heen hier en daar gelachen werd. Ik was een kind en vond die tussenkomst van de burgemeester absoluut misplaatst. Nu denk ik dat de fout eerder bij de regie lag. Zie ook de getuigenis van Piet over deze operette.

1ste prijs voor zang
 
  • André behaalde de 1ste prijs voor zang aan het conservatorium in Gent. Hij had een mooie baritonstem en zong ook vaak tijdens huwelijksmissen van familieleden. In de opera van Gent nam hij de rol van Papageno in de Toverfluit van Mozart voor zijn rekening. Ik herinner mij de commentaar tijdens de pauze van doorwinterde operabezoekers. Ze waren vol lof over hem, onder meer voor zijn acteerprestaties, wat bij een operazanger wel eens te wensen durft over laten.